Natuurlijk Tsjechie

Vakantie naar Tsjechie bij Tsjechoreizen.nl

Boekingstip!

Tsjechoreizen is al jaren hét reisbureau met reizen naar Tsjechie. Bekijk het complete reisaanbod op Tsjechoreizen.nl.

Bekijk de prachtige foto's van Tsjechie
home » geschiedenis

Geschiedenis van Tsjechie

Tsjechie: Vaclav

De geschiedenis van Tsjechie gaat terug tot de aanwezigheid van de Kelten, zo'n 400 jaar voor onze jaartelling. De Romeinen en de Germanen hebben ook een tijdlang in dit gebied geleefd. Vanaf de 6e eeuw, tijdens de grote volksverhuizingen, werden de Germanen verdrongen en vestigden de Slaven zich langs de Moldau. In de 9e eeuw ontstond het Groot Moravische Rijk. Door het zendingswerk van twee Slavische apostelen, Cyrillus en Methodius, werd de bevolking bekeerd tot het christendom. Het Groot-Moravische Rijk werd geregeerd door het adellijke geslacht Premysliden, waarvan Vaclav (Wenceslas) de eerste vorst was. Het rijk breide zich tijdens de regeerperiode van Otakar II (1253-1278) gestaag uit, totdat zelfs delen van Oostenrijk tot het gebied behoorde. Deze uitbreidingen waren niet naar de zin van de Duitse keurvorsten. Er kwam dan ook een eind aan toen Otakar II in een veldslag door de Habsburgse Rudolf I werd vermoord. Alle Oostenrijkse gebieden werden aan Rudolf toegewezen. Nadat Vaclav III in 1306 werd vermoord kwam er een einde aan de macht van de Premysliden. Zijn dochter trouwde met Jan van Luxemburg.

Van 1316-1378 regeerde Karel IV, hij werd koning van Bohemen en keizer van het Heilige Roomse Rijk. Praag werd de hoofdstad van Bohemen en beleefde onder zijn tijd de eerste economische en culturele bloeiperiode. Karel IV stichtte de universiteit van Praag, de oudste van Tsjechie. Hij wordt door de Tsjechen gezien als de 'grootste Tsjech aller tijden'. De beroemde brug in Praag is naar hem vernoemd.

Tsjechie na Karel IV

Na Karel's dood brak een roerige periode aan, waarin de naam Jan Hus nog naar voren komt als een belangrijk predikant die zich verzette tegen de rijkdom en wereldlijke macht van de Kerk. Hus werd in 1415 als ketter verbrand, wat leidde tot de 'hussitische oorlogen'. Jan Hus wordt door de Tsjechen als nationale heilige en martelaar beschouwd.

Toen koning Jiri van Podebrady in 1471 stierf, verdwenen de Tsjechische vorsten. Tot 1526 werd Bohemen bestuurd door het Poolse geslacht der Jagiellonen. In 1526 was koning Lodewijk van Hongarije en Bohemen gesneuveld bij de slag van Mohacs. Ferdinand von Habsburg, getrouwd met Lodewijks zuster en broer van diens weduwe Maria (en van Karel V) erfde de opvolgingsrechten van Hongarije. Dit is een bekend voorbeeld van hoe de Habsburgers hun gebiedsuitbreiding door middel van huwelijkspolitiek bedreven.

Tsjechie tijdens de 16e eeuw

In de 16e eeuw beleefde Praag onder Rudolf II van Habsburg een tweede bloeiperiode, die duurde tot 1612. Toen kwam het tot een treffen tussen de protestante opstandelingen en de katholieke stadhouders van de Habsburgse koning. In 1619, na de dood van keizer Mathias, kozen de Boheemse vorsten zelf de protestantse Ferdinand V van de Palts tot koning van Bohemen. De Habsburgers lieten dat niet over hun kant gaan en maakten daar een eind aan in de slag bij Bila Hora in november 1620. Ferdinand werd verslagen en week uit naar Nederland. Hij kreeg de bijnaam Winterkoning omdat hij het maar een winter had volgehouden. Dit voorval werd het begin van de 30-jarige oorlog (1618-1648). Tijdens deze oorlog vluchtten heel wat Tsjechische families naar betere oorden. Onder hen was ook de pedagoog Jan Amos Komensky, die naar Nederland kwam, bekendheid kreeg als Comenius en begraven is in Naarden.

De eerste wereldoorlog

In 1848 braken overal in Europa liberale en nationale revoluties uit. Het nationalisme in Bohemen uitte zich in een groeiend verzet tegen de Duitse taal en tegen de onderdrukking van de Tsjechische taal en cultuur. De moord op Ferdinand en zijn Tsjechische echtgenote in Sarajevo was de aanleiding voor de eerste wereldoorlog (1914-1918). Na deze oorlog was het gedaan met het grote Habsburgse rijk. Het gevolg was dat de Eerste Tsjecho-Slowaakse Republiek werd uitgeroepen, bestaande uit Bohemen, Moravie, Slowakije en Roethenie. Op 28 oktober 1918 werd Masaryk (filosoof en politicus) de eerste president van de republiek.

Sudeten-Duitsers

Al vanaf de 12e eeuw leefden in het gebied vlakbij de grens met Duitsland zo'n 3,2 miljoen Duitsers, die na de eerste wereldoorlog tegen hun zin inwoners waren geworden van het nieuwe Tsjecho-Slowakije. Deze Sudeten-Duitsers voelden zich meer verbonden met de Duitse Heimat dan met de nieuwe Republiek. De Sudeten-Duitsers (sdp), onder aanvoering van een zekere Henlein, kwamen steeds meer onder invloed van Hitlers NSDAP te staan.

Tweede wereldoorlog

In 1938 besloten Duitsland, Frankrijk en Engeland in Munchen, zonder dat iemand van de Tsjecho-Slowaakse regering was uitgenodigd, dat Hitler de westelijke delen van Tsjecho-Slowakije mocht annexeren. In maart 1939 riep Hitler het 'Protektorat Bohmen und Mahren' uit. Slowakije werd een in naam onafhankelijke vazalstaat van Duitsland. De gruwelijke details van de ervaringen van de Tweede Wereldoorlog zal ik hier verder buiten beschouwing laten, voldoende is te weten dat er meer dan 360.000 slachtoffers zijn gevallen, waaronder 78.000 joden. Velen zijn indertijd gedeporteerd naar Terezin, 60 km ten noorden van Praag. Op 9 mei 1945 kwam er een eind aan de Duitse bezetting toen Russische troepen Praag veroverden. Het Amerikaanse Derde leger onder leiding van generaal Patton had toen al West-Bohemen en de hoofdstad Plzen bevrijd.

Na-oorlogse periode

Na de tweede wereldoorlog werden 2,8 miljoen Duitsers Tsjechie uitgezet. De 200.000 Duitsers die achterbleven werden onteigend en hadden tot 1953 geen burgerrechten. Van hun inkomen werd een vijfde ingehouden wat ook doortelde in hun pensioenopbouw, waardoor deze groep nu nog steeds een te laag pensioen heeft. Het was een tijd van lynchpartijen en massamoorden. Een bekend voorval was de moord op 60 Duitse mannen, vrouwen en kinderen in Usti nad Labem in 1945. De achterblijvers, de zogenaamde heimatvertriebenen, waren jarenlang onderwerp van discussie tussen Duitsland en Tsjechie, maar ook tussen de Europese Unie en Tsjechie. Hoewel in 1977 werd afgesproken dat de kwestie van de Sudeten-Duitsers tot het verleden behoorde, is de kwestie nog steeds niet vergeten.

Na de vrije verkiezingen in 1946 raakte Tsjechie jarenlang in de ban van het communisme. Politieke tegenstanders werden uit de weg geruimd of naar de levensgevaarlijke uranium-mijnen van Jachymov verbannen om daar onder erbarmelijke omstandigheden te werken, met uiteindelijk veelal het zelfde einddoel. Gottwald, de toenmalige president zag in Jozef Stalin zijn grote voorbeeld. Deze situatie duurde tot het revolutiejaar 1968. Alexander Dubcek trad in januari 1968 aan als nieuwe partijleider. Wie heeft er niet gehoord van 'de Praagse lente'? Deze term symboliseert een korte periode van rust en ontspanning voor de Tsjechen. Reisbeperkingen en preventieve censuur werden opgeheven. De uraniumkampen in Jachymov werden niet meer als gevangenis gebruikt. Deze veranderingen waren alleen merkbaar binnen de Communistische Partij, maar was een doorn in het oog van de machthebbers van het Kremlin.

Op 21 augustus 1968 vielen troepen van het Warschaupact Tsjecho-Slowakije binnen en maakten een eind aan de periode van relatieve vrijheid. In West-Europa was best wel sympathie voor de Tsjechen, maar echte steun bleef uit. Dit was, na het pact van Duitsland, Frankrijk en Engeland in 1938, de tweede keer dat de Tsjechen zich door het Westen in de steek gelaten voelden. Eerst de Duitse-en daarna de Russische bezetting maakte dat de Tsjechen niet veel vertouwen meer hadden in het Westen. Het volk was lamgeslagen en het enige wat men kon doen was berusten in de situatie. Het zou nog tot 1989 duren voordat onder de gehele Tsjechische bevolking een revolutionaire stemming doorbrak.

Einde van de vrijheid

De 'fluwelen' revolutie

In de jaren tachtig leidde de achterblijvende economie, de opkomst van de televisie, de computer en andere telecommunicatietechnieken tot een ommekeer. Het werd voor het communistische regime steeds moeilijker om de Tsjechen te doen geloven dat zij het met hun sombere en uitzichtloze leven met censuur, halflege winkeletalages, afgebladderde muren van woonblokken, kapotte wegen en ouderwetse fabrieken beter hadden dan in het Westen. De gematigde politieke houding van Gorbatsjov (hij maakte duidelijk dat hij voorstander was van individuele vrijheid en grote economische hervormingen) heeft er ook toe bijgedragen dat de communistische machtsbasis begon te wankelen.

Vreedzame demonstraties voor vrijheid en democratie, de zogenoemde 'fluwelen revolutie', zorgden er in december 1989 voor dat de communistische regering eindelijk de handdoek in de ring gooide. Gelijk daarna werden de versperringen aan de grenzen met Duitsland en Oostenrijk opgeruimd. Vaclav Havel werd eind december 1989 benoemd tot interim-president van de Tsjecho-Slowaakse federale Republiek. Hij zorgde binnen korte tijd voor hervormingen en vrije verkiezingen, waarbij Havel in juni 1990 gekozen werd tot president. Zonder al te veel ruchtbaarheid besloten premier Klaus en zijn Slowaakse tegenhanger Meciar op 1 januari 1993 als twee aparte, zelfstandige staten verder te gaan.

Toetreding tot de Europese Unie

In juni 2003 stemde de Tsjechische bevolking in een referendum massaal (77 procent) voor toetreding tot de EU. Op 1 mei 2004 was Tsjechie een van de 10 nieuwe lidstaten die deel gingen uitmaken van de Europese Unie. De euro is tot op de dag van vandaag nog niet in Tsjechie ingevoerd; je betaalt er nog steeds met Tsjechische kronen.

Naar boven